Update wetsvoorstel box 3

Het  kabinet denkt erover om het forfaitaire box 3-stelsel met ingang van 2027 te vervangen door een heffing op basis van het werkelijke rendement. Dit wordt als rechtvaardiger gezien dan het huidige forfaitaire stelsel. Omdat het eerste wetsvoorstel door velen als buitengewoon complex werd ervaren, is het concept op enkele punten gewijzigd.

 

De wet draait in beginsel om een vermogensaanwasbelasting en een vermogenswinstbelasting. Hierbij worden naast het directe rendement (rente, huur en dividend, na aftrek van kosten) jaarlijks ook de gerealiseerde en ongerealiseerde waardeontwikkeling van het minder eenvoudig in geld om te zetten vermogen in de heffing betrokken. De mogelijke waardestijging van aandelen bijvoorbeeld. Wat in het concept is gewijzigd, is dat het forfait voor de ‘eerste woning sparen en beleggen’ vervalt. Denk aan een vakantiewoning. Ook de achterwaartse verliesverrekening wordt afgeschaft. De omissie beginwaarde wordt juist hersteld, om te voorkomen dat vermogenswinsten of -verliezen van vóór 2027 onbedoeld in de heffing worden betrokken. Tot slot is er een wijziging in de betrekking van genotsrechten en wordt er een belasting ingevoerd op valutaresultaten van banktegoeden in vreemde valuta.

 

“Hoewel het erop lijkt dat het nieuwe box-3 stelsel steeds meer vorm krijgt, is er nog een lange weg te gaan. Om de beoogde datum van inwerkingtreding te halen zal het voorstel uiterlijk aankomende zomer aanhangig moeten worden gemaakt bij de Tweede Kamer. Maar we hebben natuurlijk nog geen kabinet. Stilstand op dit dossier betekent dat de mogelijkheid van invoering ervan waarschijnlijk langer op zich laat wachten dan 2027. Desalniettemin is het belangrijk om nu alvast rekening te houden met een mogelijke invoering.”

 

Hoe het zit met de rendementspercentages voor 2023 en daarna? De  komende jaren geldt het forfaitaire box-3 stelsel nog gewoon. Hiervoor is inmiddels een aantal rendementspercentages vastgesteld. De definitieve percentages voor 2023 zijn 0,92 procent voor banktegoeden, 6,17 procent voor overige bezittingen en 2,46 procent voor schulden. Deze zijn gebaseerd op het gemiddelde maandelijkse rentepercentage op deposito’s en het 15-jarig gewogen gemiddelde rendement op onroerende zaken, aandelen en obligaties. Het negatieve rendement voor schulden is gebaseerd op de gemiddelde maandelijkse rente over het totale uitstaande bedrag aan woninghypotheken. Voor 2024 zijn de percentages voor overige bezittingen vastgesteld op 6,04% en voor 2025 op 5,88%. De overige percentages worden pas na afloop van het kalenderjaar bekendgemaakt.

Deze website maakt gebruik van (geanonimiseerde) analytische cookies.

Meer info