Thuiswerken geen recht voor personeel
U heeft het wellicht meegekregen: de thuiswerkwet ‘Wet werken waar je wilt’ wordt niet ingevoerd. Hoewel een meerderheid van de Eerste Kamer aanvankelijk enthousiast was, werd de wet bij stemming afgewezen. Goed nieuws voor werkgevers die zich hierdoor niet in bochten hoeven te wringen om onmogelijk te bieden thuiswerk situaties te creëren. Wil een werknemer die geen toestemming krijgt om thuis te werken dit tóch, dan zal hij hierover de strijd met de werkgever aan moeten gaan en wordt hij niet door een wet gesteund.
Uit een onderzoek van ADP blijkt dat 35% van de werknemers er niet aan ontkomt om dagelijks op kantoor te zijn. Voor 65% geldt dit niet, maar slechts 20% heeft de vrijheid om dit zelf te bepalen. Een overgrote meerderheid van de werkgevers ziet zijn mensen dus het liefst op kantoor. Waarom? Sommige werkgevers vinden het belangrijk voor de onderlinge band tussen collega’s of teamgeest dat mensen elkaar op kantoor zien. Anderen zien problemen bij het creëren van een thuiswerkplek die voldoet aan de ARBO wetgeving. Nu er geen thuiswerkwet komt waarmee werknemers het recht hebben om een aanvraag te doen voor hybride werken, moet de discussie hierover aan cao-tafels en op de werkvloer worden gevoerd.
“Je kunt op twee manieren kijken naar het niet doorgaan van de thuiswerkwet. Als je als werknemer prima thuis kunt werken en je werkgever staat dit toch niet toe, dan is dat natuurlijk vervelend. Aan de andere kant moet je je realiseren dat die werkgever ook nog te maken heeft met een ándere wet, namelijk de Arbo wetgeving. Een thuiswerkplek moet hieraan voldoen en daarvoor is de werkgever verantwoordelijk. Dat is niet altijd eenvoudig! Bovendien gaat niet elke werknemer even goed met de verantwoordelijkheid om. Wij vinden het daarom niet zo’n slechte zaak, dat deze wet er niet door is gekomen.”
Ondanks dat verbeterde techniek het de afgelopen jaren een stuk gemakkelijker heeft gemaakt en de opvattingen over plaats onafhankelijk werken door Corona zijn veranderd, is het enthousiasme onder werkgevers voor hybride werken niet gegroeid. De tegenstemmers in de Eerste Kamer waren van mening dat werkgevers en werknemers er samen uit moeten komen en hebben de vraag naar hybride werken daarmee naar de werkvloer verwezen.
Om tegemoet te komen aan de behoeften en verwachtingen van het personeel en van de werkgever, kunnen HR-adviseurs hun thuiswerkbeleid aanpassen. En dat kán zo zijn voordelen opleveren. Nu er namelijk nog steeds sprake is van personeelsschaarste, kan beleid voor hybride werken een aantrekkelijke optie zijn om talenten aan te trekken én voor de organisatie te behouden.
